Hoe verschillende soorten ruwvoer de melkproductie beïnvloeden
Vergeet fietsen of fierljeppen. Als we het hebben over een verfijnde balansoefening, dan zijn er weinig mooiere voorbeelden dan de melkveehouderij. Belangrijk onderdeel van de balans tussen kosten en opbrengsten is de relatie tussen voeding en de melkproductie.
Subtiele aanpassingen in het rantsoen zijn van grote invloed op de melkproductie en gehaltes. De totale voedingswaarde is weer afhankelijk van het drogestofgehalte en aanwezige voedingstoffen. Kleine variaties in deze waarden kunnen een groot verschil maken. Laten we eens verder kijken naar de invloed van verschillende soorten ruwvoer op de melkproductie.
Juiste maaimoment en goed inkuilen
Om te beginnen is er natuurlijk kuilgras. Een hele reeks variabelen bepaalt de kwaliteit (en kwantiteit). Niet in de laatste plaats: gras maaien in de juiste groeifase, het voor de optimale tijd laten drogen en op de juiste lengte maaien. Wist u bijvoorbeeld dat de verteerbaarheid met ongeveer 0,5% per dag daalt als het ideale maaimoment is verstreken? Of dat 's ochtends maaien beter is om sneller tot het juiste drogestof gehalte te komen, zodat u dezelfde dag kunt inkuilen? Ideaal zou zelfs zijn om te varieren in maailengte afhankelijk van hoe droog het gras is.
Maailengte van invloed op melkproductie
In een Engels onderzoek werd gekeken naar de invloed van verschillende maailengtes op de melkprestaties. Dit onderzoek wees uit dat de melkproductie toeneemt, naarmate de maailengte korter is. Een maailengte van 9,4 mm biedt in dit onderzoek de hoogste melkopbrengst. Op de melksamenstelling (gehaltes) had de lengte van het gemaaide gras weinig invloed. Let wel op dat het ook hier is het een kwestie van balans is. Een (te) korte maailengte betekent minder vezels in het rantsoen en dit kan pensverzuring veroorzaken.
Vlot conserveren van de kuil
Eenmaal in de kuil is het goed aanrijden en afdichten ook een hele kunst. De duur van het conserveringsproces/fermentatie van de kuil is van invloed op de melkproductie. Onder invloed van melkzuurbacteriën daalt de pH van de kuil. Voor gras geldt dat een natte kuil na een week of drie stabiel zou moeten zijn en een drogere kuil na ongeveer vier weken. Hoe langer dit conserveringsproces duurt, des te meer neemt de gemiddelde dagelijkse melkopbrengst af. Efficiënte fermentatie van de kuil zorgt dat de voedingswaarde behouden blijft en daarmee haalt u meer melk uit eigen ruwvoer. Een kuiltoevoegmiddel kan helpen om de conservering te versnellen en te verbeteren. Meer daarover leest u hier.
Energie in mais verhoogt de melkproductie
Mais zorgt voor een relatief hoog drogestofgehalte en is een belangrijke bron van zetmeel en energie. Onderzoeken tonen aan dat de melkopbrengst bijna altijd toeneemt wanneer mais ten minste 50% van het ruwvoer vormt. Vergeleken met gras of andere (zeldzamere) soorten ruwvoer zoals napier of sorghum wordt de energie uit mais in het rantsoen het meest efficiënt omgezet en zorgt voor de grootste toename in melkproductie.
Eiwitrijke voeders toevoegen
Dat mais overtuigende voordelen biedt om de energiewaarde van het rantsoen te verhogen, dat is wel bekend. Maar mais alleen is niet genoeg. Vanwege het relatief lage eiwitgehalte is een goede balans met kuilgras onmisbaar. Daarbij kunt u het rantsoen aanvullen met andere eiwitrijke voeders die daarnaast ook zorgen voor nuttige voedingsvezels.
Het juiste evenwicht vinden
Zorgen voor een goede voederefficiëntie en daarmee een zo hoog mogelijk rendement van uw melkveestapel vereist een zorgvuldig evenwicht. Volac Wilmar heeft een reeks veilige, efficiënte vetsupplementen ontwikkeld waarvan bewezen is dat ze de prestaties en vruchtbaarheid van melkvee verhogen. Meer daarover vindt u hier.